Speldag 9 september: Delft onder water, De laatste Loodjes, Sam-Sam en Sing-Sing op de uitkijk.

Terwijl Delft onder water een levendige trip was, bleek een aantal leden niet van het rotsvaste spelmateriaal als gedacht. Het schaalmodel Irma dat al 3 dagen boven Delft hing, zorgde ervoor dat de opkomst lager was dan verwacht.

Uiteraard gold dat niet voor onze harde kern, waartoe Hans en Peter H kunnen worden gerekend. Terwijl peter stond uit te lekken had Hans al een tafel gebouwd voor hun ongoing campaigne Kursk.

Deze keer zaten Hans zijn Russen in loopgraven en viel Peter H met Duitsers aan. Zoals gewoonlijk Bolt Action 2.0 regels.

De witte vlekken zijn geen oogafwijking of square filters op de camera, maar mijnenvelden. Vermoedelijk. Of niet. Maar daar kwam Peter de moeilijke manier achter. De ambulance was wel een weggever, alhoewel Hans een poging deed Peter te overtuigen dat het een lekke band was geweest.

Hans verhoogde de feestvreugde met machinegeweren in Bunkers en infanterie in loopgraven.

Cees zijn balboekje was onverwacht leeg en hij maakte gebruik van de gelegenheid om een potje Zombicide er tussendoor te doen.

De versie op de club is in bruikleen en geschilderd. Dus enige moed beleid en trouw bij het gebruik wordt op prijs gesteld.

Onze boardgame Godfather Huib “Meeples” Woudstra kwam na de ergste buien nog gauw even een stukje appeltaart nuttigen.

Farid runde zijn Runequest campagne. Het begon beschaafd.

Maar binnen no time waren zulke grote vuurballen jonghe!

Volgende week is de uitslag van de Murphy’s Heroes Zomer Schilder Extravaganza. Hans en Sander waren bezig met de laatste loodjes. En ze wogen zwaar.

Er werd sowieso veel geschilderd en gebept. Zeker als een lid stond uit te druipen van z’n excursie naar SeaWorld Delft.

Petra ging stug verder aan de schilderwedstrijd en aan de D&D avonturen volgende week.

Er komen toch altijd even D&D klantjes kijken wat ze nu weer kunnen verwachten

Op dit moment staan de weddenschappen prominent op de undead halflings.

De eenheden Tom-Pouce en Moorkop staan in de basiskleuren. Heel Shire bakt!

Aan de andere kant gooiden deze draakjes in kerstmis kleuren ook hoge ogen.

Ik ging verder met het afronden van de early war Schotten.

De Bren carriers Mk 1 staan in de grondverf.    

Evenals de vroege 25 ponder. Aardig samenloop: het meest iconische Duitse kanon heeft een kaliber van 88mm. Het meest iconische Britse kanon heeft een diameter van 87.6 is 88 millimeter.

Ook de Duitsers maar even in de grondverf en de basing gezet.

En welke demo gaan we volgend jaar doen? Sinds kort hebben we twee huisdieren. Ze zijn zindelijk.

Tot volgende week!

1 Comments.

  1. Hannah, hoofdstuk 5: Vingervlug

    De plicht roept. Nu ben ik nog niet zo’n heel volwassen ork dus daar heb ik wat moeite mee. Ik rek me uit en zoek mijn spullen bij elkaar. Ik geloof niet dat het een dag is voor een galajurk (die zou ik trouwens eerst moeten kopen, mijn idee van nette kleren is als ik mijn bergschoenen in het vet zet en mijn vechtklauwen oppoets), we gaan vandaag losse eindjes vastknopen.

    Een tijdje terug hebben we contact gehad met de Zeldanen (zie hoofdstuk 1, 2 en 3) en ze moeten terug naar huis, zo min mogelijk sporen achter latend. En we weten dat twee van hun apparaatjes nog teruggehaald moeten voordat we ze op weg kunnen helpen.

    Eerst gaan we op zoek naar het apparaatje dat in een laboratorium van de Stormian Navy ligt. Zeer goed beveiligd maar gelukkig heeft Raphaël (legendarisch duellist, praktisch onsterfelijk, Chris Jan) het al eens bezocht dus we hebben genoeg informatie om een plan te maken.

    Sleutel (hihi) tot dat alles is het verkrijgen van speciale edelsteensleutels waar de beveiliging op gebaseerd is. Eerst willen we zo’n steen van een van de marine-tovenaressen stelen maar dat lukt niet; ze krijgen de stenen niet mee naar huis.
    Dan krijgen we contact met een heks die dergelijke sleutelstenen wel na kan maken, maar zij wil als betaling een halfgodenhart. Er wordt door mijn reisgenoten allemaal onderhandelingen gedaan en uiteindelijk krijgen we twee robijn sleutels en twee “perfecte” vermommingen. Thibauld (shaolin elementaal-krijger annex tovenaar, Ed) heeft daarvoor wel een contract met een duivel moeten tekenen voor een nog nader te bepalen dienst…

    Eionë (boomnimf, druïde, mede Erraine-aanhanger, Peter) spioneert vanuit de bossen op het marine fort waar het laboratorium middenin ligt. Het ziet er uit alsof de Stormians alert zijn maar nog niet in de opperste staat.
    We spreken af dat Raphaël het hoofd van het laboratorium, toevallig zijn neef, voor een diner uitnodigt en dat ik tijdens dat diner in mijn eentje, vermomd, probeer het tablet om te wisselen voor een namaakversie. Thibaud is ook vermomd en zal in het nabijgelegen dorp wachten op een signaal van mij om in geval van nood bij te springen. Eionë zal vanuit de bossen blijven spionneren en ook bijstaan als dat nodig blijkt. Raphaël blijft in ieder geval op afstand want hij heeft een goede relatie met de Stormians en wil die in stand houden.

    Ik stap op het fort af en sta op het punt om mijn sleutel-steen te tonen als de (ogenschijnlijk licht beschonken) bewaker mij herkent als de persoon op wie mijn vermomming gebaseerd is. Hij geeft me een robijnsleutel en laat me binnen. Verbijsterd houd ik mijn gezicht in de plooi en ik doe alsof ik hier thuis hoor. Hadden we dat geweten dan hadden we niet dagenlang onderhandeld met de heks en de partij van wie we het halfgodhart verkregen!

    Als ik het lab in stap wordt ik toegesproken door “mijn” leidinggevende. Of ik zijn wacht wil overnemen want hij heeft wat beters te doen. Ik probeer nog aan te geven dat ik alleen maar een experiment kom controleren maar hij wil er niks van weten en wijst me op zijn plaats. Na een kwartiertje stuur ik een telepathisch bericht naar Thibaud. Omdat ik verwacht dat de boodschap afgeluisterd wordt houd ik het heel kort en zeg ik dat hij alvast maar moet gaan eten omdat het wel wat later wordt. Net als ik mijn geduld verlies en van plan ben om eventjes naar de rekken met spullen wil gaan komt Zam, de baas, weer terug. Hij zegt me dat ik kan gaan. Ik loop naar de hoek van het lab waar de rekken zich volgens Raphaël bevinden. Daar is een glimmend nieuw cijfer toetsenbord aangebracht waardoor ik er niet zomaar bij kan.
    Op dat moment ben ik blij dat ik een half jaar geleden toch maar mijn inbrekersgereedschap heb meegebracht toen ik van Mondatis vluchtte. Als ik het gereedschap niet gebruik dan heeft het de vorm van twee lange grijs metalen naalden die onderhuids verstopt langs de botten van mijn onderarmen liggen. Ik concentreer me en mijn vingertoppen krijgen een subtiel metalen glans. Ik voel naar de uitstraling van het toetsenbord en bestudeer visueel de verschillen in vettigheid van de nummers. Háya Lepsë (Hoog Elfs voor De Verre Vingers) fluistert in mijn onderbewuste de hints die ik nodig heb om de code te beredeneren. Dit alles vertraagde me hoogstens twee tellen, niet genoeg om de argwaan te wekken van de beveiligers. Ik druk de code in, een schuif gaat open en daar achter zit een slot dat ik weer met mijn robijn kan openen. Terwijl ik de deur open duw verdwijnt mijn gereedschap weer onderhuids.
    Een drietal “collega’s” staat in het midden van het lab rond een tafel. Ze onderzoeken een magische bijl. Het ding is zo sterk dat ik er bijna hoofdpijn van krijg. Ze groeten me en sputteren dat het moeilijk is, ik zeg dat ik de volgende keer graag wil helpen maar dat ik nu alleen kom controleren of het tablet nog in orde is.
    Gelukkig zie ik de deadwood container waar het tablet in is opgeborgen al liggen, dus ik stap er kordaat op af. Met mijn rug naar de collega’s toe roep ik mijn gereedschap weer naar de oppervlakte. Het vormt zich, naar mijn onuitgesproken wens, tot de klemmetjes en schuifjes die nodig zijn om de container te openen. Terwijl ik de container open trekt het gereedschap mijn huid weer in en krijgen mijn vingers de perfecte lengte en stroefheid voor de wissel. In een oogwenk -en volkomen geruisloos- stop ik met mijn ene hand het echte tablet in mijn mantel en met mijn andere hand leg ik het nagemaakte exemplaar er voor terug. Ik klem en schuif het container weer dicht en zeg tegen de drie onderzoekers dat alles gelukkig in orde is.
    Onopvallend euforisch ga ik het lab uit, groet de baas en probeer het poortgebouw in te stappen. Wat het moment is waarop het fout begint te gaan. De poortwachter doet niet open en zijn collega’s verwijzen me naar de teleporteerkamer. Ik weet wel ongeveer waar die is maar heb geen idee hoe dat moet werken. Ik bluf me er binnen en denk dat ik misschien toch nog goed weg kom. Totdat een oplettende Stormian me het wachtwoord van de dag vraagt. Licht in paniek besluit waag ik een gok en gebruik mijn (van de Goddelijke Erraine gekregen) Woord om naar Haar veilige eiland te reizen.

    DONDERFLITS!

    Langzaam kom ik weer bij. Mijn hoofd suist, ik heb het gevoel dat mijn lijf uit elkaar getrokken is en ik hoor allemaal bellen. Die laatste blijken hoog boven mij op de torens van het fort te zijn. Ik voel het gras tegen mijn wang. Ik rol iets dichter naar de muur in de hoop dat niemand me dan ziet. Ik ben dan wel buiten het fort maar ik voel dat de beveiligingsmagie me nog wel kan volgen. Nog steeds kan ik me niet concentreren. Dan zie een paar Stormian Navy laarzen. Ik schrik en probeer op te kijken. Met moeite herken ik de vermomming van Thibaud. Hij roept iets naar de torenwachters. Die roepen kwaad wat terug. Blijkbaar kan niemand snel het fort uit omdat de dronken poortwachter ligt te slapen…

    Opeens komen er honderden konijnen uit alle hoeken en gaten (altijd handig, een druïde als bondgenoot). De knaagdieren springen boos tegen het kasteel op. De magie van het kasteel slaat op hol en schiet bliksems op alles dat buiten de muren beweegt. Thibaud en ik blijven buiten schot; blijkbaar herkent het kasteel onze vermommingen nog als “friendly”! Thibaud brengt ons –met een geruststellende opmerking naar de torenwachters- wat verder van de muur en eindelijk kan ik weer nadenken. Ik stel voor om naar de Etherische Werkelijkheid te gaan, aldaar onze vermommingen te laten vallen en dan ruim verder te reizen. Zodra hij knikt gebruik ik mijn runenmagie om ons beide te verplaatsen. Na aankomst in die grijze leegheid werpen we beide onze vermommingen af en vernietigt Thibaud de nagemaakte sleutelstenen. We reizen nog wat verder door de leegte en gaan dan terug naar de andere kant van de thuiswereld. Daar aangekomen maken we nog twee keer een teleportatie sprong. Beide keren wis ik onze sporen; de wereldse en de magische. Dan maken we contact met Raphaël en pikt hij ons met zijn schip weer op.

    In de tussentijd heeft Eionë het tweede Zeldaanse apparaatje weten te bemachtigen. Ik begrijp niet helemaal wat er gebeurd is maar er schijnt een hele stad vol hagedismensen vernietigd te zijn toen het onze druïde allemaal niet snel genoeg ging. Het Levende Woud had haar iets te letterlijk genomen en waar eerst de hoofdstad van het Slarge rijk lag is nu een golvende groene zee. Daar ben ik even stil van. Als ik tot Erraine bid om advies krijg ik van Haar het gevoel dat de Slarges de natuur maar niet hadden moeten tarten.

    Een paar dagen later krijgen we van Thibaud door dat zijn Feeën vrienden het een goed idee vinden als een bepaald rovershol wordt uitgeschakeld. Na al dat gesluip ben ik wel toe aan een verzetje. Lang verhaal kort: mijn nieuwe kruisboog (eigenlijk een Manu-Ballista) doet het geweldig, ik heb er wat onopvallende littekens bij, als ik in berenvorm ben dan zijn mijn Erraine klauwen inderdaad dodelijk en ik heb nu eindelijk genoeg geld bij elkaar gespaard om een droomwens in vervulling te laten gaan.

    Op dit moment ben ik druk in onderhandeling met een magiër-tatoeage-expert. Zij gaat op mijn rug een bronzen levende tattoo zetten ter ere van de verslagen metallic draak van vorige maand. Deze betovering gaat mij helpen bij het winnen van de harten van de orks doordat ik hiermee soms de grenzen van werkelijkheid kan doorbreken en dat op die momenten mijn uitstraling een inspiratie zal zijn. Het kan zijn dat de eerste betaling van een miljoen zilverstukken alleen genoeg is voor het doorbreken van de werkelijkheid, dat betekent dat ik nog verder spaar.

    Al met al kan ik tevreden terugkijken op de afgelopen weken. Het Zeldanen probleem is bijna opgelost, mijn lichaam, geest en vingervlugheid ontwikkelen zich gestaag en de eerste stappen richting Levende Legende op Mondatis zijn ook gezet.

    Oh ja, en ik heb vandaag mijn nieuwe Medusa amulet kunnen testen. Het is wel een heel vreemd gevoel, als je hoofd opeens acht slangen heeft. Maar het amulet helpt me enorm bij mijn magie dus die enkele keer dat ik het gebruik moet ik maar wennen aan alles wat ik -in achtvoud- extra zie en ruik.